Ceroid-Lipofuscinonis (CL):
Een groep van erfelijke aandoeningen die voorkomt bij mensen, schapen, runderen en ook honden.
Komt voor in verschillende hondenrassen, zoals Engelse Setters, Australische herders,… In onze regio komt deze ziekte maar heel zelden voor.
Deze aandoening heeft betrekking op degeneratie van het zenuwstelsel in de hersens en het oog.
Men gaat er van uit dat beide ouders drager moeten zijn van deze aandoening om het door te kunnen geven aan hun kinderen of kleinkinderen die dan deze aandoening kunnen krijgen of drager van deze aandoening kunnen zijn. Dit betekent dat de aandoening sporadisch zich kan openbaren en vaak generaties kan overslaan vooraleer het zich openbaart.
Symptomen :
Worden voor het eerst zichtbaar tussen 4 en 6 jaar. Ze worden steeds erger en honden met deze aandoening worden vaak op een leeftijd van ongeveer 10 jaar ingeslapen.
Meest voorkomende symptomen zijn :
- Nervositeit, verergert met het ouder worden
- Coördinatie verlies
- Opgewonden worden bij harde of ongewone geluiden
- Tegen voorwerpen aanlopen en vallen
- Moeilijk een trap op of af kunnen lopen
- Slechtziend bij schemer
- Incontinentie
- Agressief worden
- Veranderende eetgewoontes
- Toevallen
Deze symptomen komen voor bij meerdere aandoeningen en zo is het niet eenvoudig een diagnose te stellen. Een definitieve diagnose wordt vaak pas gesteld nadat de hond is ingeslapen en een deeltje van het hersenweefsel wordt onderzocht.
Heupdysplasie (HD):
Heupdysplasie is een afwijking aan de heupgewrichten waarbij de ontwikkeling van de heupen bij jonge opgroeiende honden niet normaal verloopt en de gewrichten ernstig misvormd kunnen geraken.
Oorzaken :
- Erfelijke eigenschappen : Belangrijkste factor ook al is HD niet 100 % erfelijk, er is nog geen gen geïdentificeerd welke verantwoordelijk is voor HD. Het is dus door selectief te fokken nooit volledig te elimineren.
- Overvoeding : Te dikke pups hebben een verhoogde kans om later HD klachten te ontwikkelen. Grotere honden zouden er vaker last van kunnen hebben maar rassen als de Barsoi en de Siberische Husky hebben zelden last van HD.
- Percentage lichaamsvet : Rassen die weinig lichaamsvet hebben zoals bv. Ierse wolfshond hebben minder last van HD dan bv. de St Bernard hond.
- Beweging : Te weinig beweging is slecht voor de ontwikkeling, maar ook verkeerde beweging zoals veel trappen lopen.
- Spierontwikkeling : Wanneer de spierontwikkeling onvoldoende opgebouwd wordt kunnen de heupen het te zwaar te verduren krijgen en zo de kans op HD vergroten.
- Groeisnelheid : Pups die te snel groeien (door te veel voer, of de hele dag door de kans te hebben om te eten) hebben een verhoogde kans.
- Slechte voeding : Teveel mineralen, te energierijk voer, te veel eiwitten zijn slecht voor de botontwikkeling.
Voorkomen :
Tijdens de groeifase kan je op volgende zaken letten :
- Geef goede voeding, niet te energierijk en ook niet te eiwitrijk
- Geef geen extra voedingstoffen bij, bv. teveel mineralen zijn slecht voor de botten.
- Geef niet Te veel voeding, de ribben moeten zonder al te veel druk te voelen zijn
- Belast de heupen niet te zwaar.
- De pup mag niet teveel op trappen lopen, lange afstanden lopen, veel springen, veel met bal spelen, stokken gooien. Ongeschikte bewegingsvormen zijn korte draaibewegingen.
Klachten :
Door misvorming van het heupgewricht kan het niet normaal bewegen en is de beweging van de hond beperkt.
Hier stellen zich volgende klachten :
- Moeilijk opstaan
- Stram lopen
- Kunnen geen lange afstanden lopen
- Door achterpoten zakken
- Kreupel op één of beide achterpoten
- Stijve heupgewrichten, achterpoten niet ver naar achter kunnen strekken
Deze klachten kunnen licht zijn maar ze kunnen ook zeer ernstig zijn.
Patella luxatie :
Betekent een verschoven knieschijf. Er zijn verschillende vormen van luxaties.
De meest voorkomende luxatie is mediaal (naar binnenzijde). Dit komt vaker voor bij kleinere hondenrassen.
Luxatie naar lateraal (naar buitenzijde) komt vaker voor bij grotere hondenrassen, dit vaak in combinatie van een draaiing van het dijbeen. Deze laatste vorm is zeldzaam.
Het kniegewricht is de verbinding tussen dijbeen en scheenbeen. Aan de voorzijde onderaan het dijbeen loopt een sleuf waar de knieschijf doorheen glijdt. Aan boven en onderzijde van de knieschijf zit de kniepees die op haar beurt weer vastzit aan een beenkam bovenaan voorop het scheenbeen. Bij sommige honden is de sleuf in het dijbeen niet diep genoeg, en zit de aanhechting van de kniepees iets te ver naar binnen. De knieschijf kan dan gemakkelijk uit de sleuf naar binnen schieten (afglijden). Dit noemen staat bekend als “patella-luxatie”.
Klachten :
Hangen af van de ernst van de luxatie. Schiet de knieschijf er slechts af en toe af dan zal de hond iedere keer na een paar passen zijn poot optrekken, dit heet habituele patella subluxatie.
Wanneer de knieschijf er vaker afligt dan spreekt men van stationaire subluxatie, deze honden hebben problemen met overeind komen en lopen, ze gaan met hun achterpoten met O-beentjes lopen, is ook zeer pijnlijk voor de hond. De ernstigste vorm is wanneer de knieschijf er totaal afligt en niet meer op zijn plaats is terug te leggen, deze honden kunnen niet normaal staan en moeten als het ware roeien met hun achterpoten om vooruit te komen, soms lopen ze alleen op de voorpoten.
Behandeling :
Dieren waarbij de knieschijf er maar heel af en toe luxeert (patella sublucatie) hoeven niet perse worden geopereerd.
Schiet de knieschijf er vaak af of ligt die permanent eraf dan moet er tot een operatie worden overgegaan.