
FCI groep 1 : Herdershonden en veedrijvers
Sectie : 1
Herkomst : Komt uit Lancashire, gefokt voor het drijven van vee, vooral koeien. Bijten in de hakken en neus van de koe, het zogenaamde “heelen”.
Voorkomen : Klein maar krachtig, stevig gebouwde werkhond die heel alert en energiek is
Schofthoogte : Reuen 30 cm, teven 25 cm
Gewicht : 6 – 8 kg
Vacht : Korte, dichte, harde bovenvacht die waterbestendig is. De ondervacht is dik en wollig maar niet zichtbaar door de bovenvacht.
Gebruik : Veedrijver, gezinshond, hondensport, prima te trainen
Gezondheid : Getest op oogafwijkingen, patella luxatie
Aard : Moedig, vrolijk, trouw aan eigenaar, prettige metgezel, werkwillig, jagen op kleine dieren zit hem in de genen, wordt dus ook gebruikt op de boederij om ongedierte weg te houden, consequente opvoeding nodig.
Bijzonderheden : Soms borstelen