Hij ziet de dingen anders dan ons :
De wereld van de hond verschilt van die van zijn baas. Mensen moeten een voorwerp scherp zien, de kleur ervan onderscheiden en beoordelen of het gevaarlijk of veilig is.
Frontaal geplaatste ogen met een grote hoeveelheid kleurgevoelige kegelvormige cellen geven ons deze mogelijkheden, maar beperken de hoek van ons gezichtsveld.
De voorouders van de hond waren voornamelijk jagers op andere dieren, daarom was het gezichtsvermogen naar opzij belangrijker dan het zien van kleur. Het gezichtsbereik van honden omvat een groter oppervlak dan dat van ons, afhankelijk van hoe ver hun ogen uit elkaar staan. Ze hebben minder kegelvormige cellen in hun ogen dan wij.
De hond kijkt in een hoek van 250° – 280° en is verziend, de hond ziet ook ’s nachts beter dan de mens.
Lichaamstaal van de hond :
De hond leest de lichaamstaal aan de hand van :
- Houding
- Staart
- Oren
- Ogen
- Tanden, lippen, mondhoeken, voorhoofd
- Borstelen
Met lichaamstaal wordt veel en gedetailleerde informatie doorgegeven op korte afstand. De intentie tot domineren, vriendelijk gedrag, agressie, angst of spel kan zo aangegeven worden.
Lichaamstaal bestaat uit vloeiende signalen en geven ze gradatie van intensiteit weer en kunnen zeer kort worden waargenomen. Mensen kunnen deze dubbelzinnig interpreteren (vriendelijk of neiging tot domineren)
Bij observatie dien je te kijken naar de visuele en auditieve signalen, zo kan je een correct beeld van het gedrag vormen.