Gedragssignalen
Agressief gedrag :
- Grommen
- Korte harde blaf
- Tanden laten zien
- Uitvallen
- Bijten met ontblote tanden
- Borstelen
- Fixeren
- Naderen
- Stijve kwispel
- Kort verstarren
Dominant gedrag :
- Over de snuit bijten
- In de nek bijten
- Poot op schoft
- Bovenstaan
- Staart hoger dan neutraal brengen
Angst gedrag :
- Vluchten
- Terugdeinzen
- Tongelen
- Bek aflikken
- Geeuwen
- Wegkijken
- Borstelen
- Piepen
- Yellen
- Pootje heffen
- Angstplas
- Anaalklieren
- Bevriezen
- Trillen
Sociaal positief gedrag :
Onderdanig agressieremmend
- Pootje geven
- Op rug of zij liggen, oogcontact vermijden
- Tongelen
- Mondhoeken van andere hond likken
Niet agressieremmend, niet speels
- Zwabberkwispel
- Likken lichaam andere hond
- Aanstoten
- Aandrukken tegen andere hond
Spel :
- Bijten zonder tonen van tanden
- Achtervolgen
- Spelboog
- Brede kwispel
- Propeller kwispel
- Oren opzij
Voortplantingsgedrag :
- Benaderen
- Anogenitaal snuffelen
- Likken
- Bestijgen
- Copuleren
- Oren opzij
Prooivangsgedrag :
- Fixeren
- Sluipen
- Najagen
- Kwispelen
- Bijten
- Doodbijten
- Verscheuren
- Eten