Fci groep 1 : Herdershond en veedrijvers
Sectie : 1
Herkomst : Italiaans ras met klein verspreidingsgebied in Noord-Italië rondom de stad Bergamo. Vanuit deze streek vertrokken in het vroege voorjaar herders met hun kudde naar de Alpenweiden en in de herfst keerden ze terug. Herder en hond werden dus op elkaar aangewezen waardoor een aparte band ontstond die het bijzondere karakter van dit ras bepaald. De bergamasco had als taak de kudde te begeleiden.
Voorkomen : Onder zijn uiterlijk van wandelend tapijt verbergt de Bergamasco een gespierd lijf.
Schofthoogte : Reuen 60 – 64 cm, teven 56 – 60 cm
Gewicht : Reuen 32 – 38 kg, teven 26 – 32 kg
Vacht : Lange en overvloedige vervilte vacht die de hond beschermt tegen wisselende weersomstandigheden. De vacht vraagt anders dan verwacht nauwelijks onderhoud.
Kleur : Zwart, egaal grijs of grijs gevlekt.
Gebruik : herdershond, gezinshond
Gezondheid : Fokdieren onderzocht op heupdysplasie
Aard : Evenwichtig, waakzaam, vrolijk, vriendelijk, zeer gehecht aan eigen mensen. Buitenhond maar houdt van zijn plaats binnen
Bijzonderheden : Tot ongeveer het eerste levensjaar moet de hond geborsteld worden, dan begint het haar te vervilten. Wanneer de vilten breder worden dan 3 cm moeten ze gedeeld (gescheurd) worden.