Spelletjes moeten leuk zijn maar zoals ieder spelletje zijn ook hondenspelletjes aan bepaalde regels verbonden. Voor honden is het spelen een heel serieuze zaak, in het spel trainen honden zichzelf in bepaalde vaardigheden die meestal in het kader staan van sociale interactie en rangordeverhoudingen of voedselverwerving.
Zo is het achterna rennen van een tennisbal een vorm van jagen, zoek- en speurspelletjes om hun reukorgaan te testen. Rukken en trekken aan een touw is een oefening in het verscheuren van een eenmaal gevangen prooi en tijdens het stoeien oefent de hond zijn vaardigheden in vechten.
Het is noodzakelijk om spelregels te hanteren want per slot van rekening wil je niet dat de hond spelenderwijs verkeerde of vervelende gedragingen aanleert.
Regel 1 :
Neem zelf het initiatief, dit betekent dat je niet steeds ingaat op de uitnodiging van de hond om met hem te gaan spelen. Doe je dit wel dan zal je hond blijven zeuren om aandacht. Mocht je er nu wel zin in hebben om op de uitnodiging van je hond in te gaan om te spelen draai dan de rollen om, laat je hond wat gehoorzaamheidoefeningen doen en als beloning kan je dan met hem spelen.
Ook het einde van het spel wordt door jezelf aangegeven, dit kan met het commando “genoeg” of “klaar”. Laat je niet vermurwen door dan toch verder te spelen met je hond, gedaan is gedaan. Zorg er ook voor dat je hond het niet eerder zat is dan jezelf zodat hijzelf het spel beëindigt en jou in de kou laat staan.
Regel 2 :
Hou controle over het spel. Van sommige spelletjes wordt de hond echt opgewonden en komt het competitie element naar boven. Er kan spel agressie ontstaan, hierbij denken we niet aan het grommen, in sommige spelletjes (vb. trekspelletje) is het normaal. Als het gegrom ineens van intonatie verandert en het krijgt een venijnige ondertoon wordt het hoogtijd het spel te stoppen, eigenlijk heb je het spel al te ver op de spits gedreven.
Regel 3 :
Honden mogen wel eens een competitiespelletje van ons winnen, vooral als het een onzekere hond is. Winnen is goed voor het zelfvertrouwen. Dus, hoe zelfverzekerder de hond, hoe minder vaak mag hij het spelletje winnen, maar zorg er wel voor dat hij eens wint anders wordt het spel minder aantrekkelijk. De gouden regel is dat jij altijd het laatste spel moet winnen en dat het speeltje daarna wordt opgeborgen. Doe ook geen spelletjes die je niet kan winnen.
Regel 4 :
Zodra je hond tijdens het spel aan je kleren hangt of in je vel bijt stop je het spel. Het laatste wat je wil is dat uw hond leert dat mensen geschikt zijn om in te bijten.
Regel 5 :
Laat jonge kinderen nooit alleen met de hond spelen, vermijd ook spelletjes met honden waar een wedstrijdelement in zit. Vermijd spelletjes waar het kind zich als ranghogere moet opstellen, dus geen spelletje hardlopen, trekken,… wat wel kan zijn zoek- en speurspelletjes, apporteer spelletjes. Alle spelletjes dienen begeleidt te worden door een volwassene.
Regel 6 :
Laat geen bergen speelgoed slingeren, uiteindelijk is er geen enkel speeltje nog leuk. Berg het speelgoed na het spel op, maar maak ook een uitzondering, laat ook nog iets liggen waar de hond zich alleen mee kan vermaken.
Regel 7 :
Pas het spel aan uw hond en aan de omstandigheden aan. Denk maar aan de leeftijd, gezondheid, temperament, ras van de hond, buitentemperatuur,…
Regel 8 :
Hou het leuk voor jezelf en voor de hond.
Besluit :
Goede spelletjes zijn : Speur- zoek- sorteerspelletjes, apporteren, trekspelletjes op uw condities, trucjes, intelligentiespelletjes, van je hond wegrennen.
Slechte spelletjes zijn : Gedachteloos ballen smijten, worstelen, stokken apporteren, trekspelletjes op condities van je hond, achter je hond aanrennen.
Veel speelplezier !!!