Sectie 2 : Noordse jachthonden
Sectie 3 : Noordse waak- en herdershonden.
Sectie 4 : Europese Keeshonden.
Sectie 5 : Aziatische Keeshonden en soortgelijken.
Sectie 6 : Oerrassen.
Sectie 7 : Primitieve jachthonden.
Sectie 8 : De Thai Ridgeback.
De honden van deze rasgroep hebben hun oorspronkelijke vorm grotendeels behouden.
De honden van de noordelijke landen zijn nog altijd van wolfachtige grootten en hebben ook de typisch opstaande oren. Hun vacht lijkt sterk op die van de wolf en hoewel de vacht tijdens de domesticatie ook andere kleuren heeft gekregen.
Sledehonden :
Vinden hun oorsprong in de koudere streken van het noordelijk halfrond, waar ze werden gebruikt als lastdier en tegenwoordig nog steeds als sledehond. De oorspronkelijke sledehonden, ook wel poolhonden genoemd, worden onderverdeeld in verschillende rassen en behoren tot de oertypen.
De noorse sledehonden zijn oude rassen, de Noorse Elandhond bestond reeds in de tijd van de vikingen. Deze machtige jager valt zonder enige aarzeling groot wild aan (hert, eland, wolf, beer).
De Lundehund is het meest interessante en ongewone ras met zijn eigen specifieke kenmerken, denk maar aan de 6 ontwikkelde tenen aan iedere poot, ze kunnen hun gehoorgang afsluiten en hun poten zijn extreem flexibel (ze kunnen worden uitgestrekt naar de zijkant). Hun hoofd kunnen ze achterwaarts over hun schouders bewegen.
Scandinavische waak- en herdershonden :
Werden gedurende honderden jaren gebruikt om rendierkuddes te bewaken. Hun populatie ging snel achteruit toen de Laplandse bevolking sneeuwscooters ging gebruiken om te drijven en te hoeden.
De spits of keeshond :
Gekenmerkt door hun opstaande, vrij kleine oren, spitse snuit, een dichte afstaande vacht, een tamelijk steile achterhand en een krulstaart. Ze hebben een levendig karakter, is zeer gehecht aan zijn baas, huis en hof en heeft weinig de neiging tot weglopen. De neiging om gereserveerd te zijn tegenover vreemden en hij heeft ook de neiging wat blafferig te zijn.
Wat kun je verwachten :
Als je een poolhond in huis haalt leer je hem best vanaf het begin dat hij niet mag trekken aan de lijn anders zal hij je altijd en overal mee naartoe sleuren. Wil je trekparcours met hem afleggen doe dit dan onder begeleiding van een echte kenner anders zou je weleens met een gekwetste hond kunnen eindigen. Ze hebben ook de neiging om zich ergens in te graven om verkoeling te zoeken in de zomer, zorg dus voor een koele plaats in de zomer. Ze zijn over het algemeen niet graag alleen en zullen dan ook vaak huilen tot hun roedel weer compleet is. Ze hebben een baas nodig die leiding kan geven en zeer consequent is, ook al zien ze eruit als echte beertjes in hun puppy tijd.