
FCI groep 1 : Herdershonden en veedrijvers
Sectie : 1
Herkomst : Komt uit Hongarije, ontstaan door kruisingen met Puli, heeshond en briard, met vasthouden karakter van een terriër, goede veedrijver, bewaker, verdelger van ongedierte
Voorkomen : Middelgrote hond met vrolijke uitstraling, rechtopstaande tippende oren, haarpluim, levendige uitdrukking in de ogen
Schofthoogte : Reuen 41 – 47 cm, teven 38 – 44 cm
Gewicht : Reuen 10 – 15 kg, teven 8 – 13 kg
Vacht : Halflange haren die in bosjes bijeen staan, hier en daar wat korter of langer, krullend
Kleur : Zwart, wit, roodbruin, tinten grijs
Gebruik : Drijver, verdelger van ongedierte, waakhond, gezinshond, hondensport
Gezondheid : Onderzocht op heupdysplasie
Aard : Levendig, zelfstandig, waaks, blaffer, eenkennig, goed op te voeden, gehoorzaam
Bijzonderheden : Paar keer per week borstelen, één maal per jaar laten knippen