
FCI groep 1 : Herdershonden en veedrijvers
Sectie : 1
Herkomst : Komt uit Nederland. Werkhond die niet door de adel werd gebruikt. Na WOII terug opgebouwd en fokzuiver gemaakt.
Voorkomen : Lichtgebouwd, beweegt soepen met verende gang, goede springer, dikke lange staart, ronde ogen en ruige vacht.
Schofthoogte : Reuen : 43 – 50 cm, teven 40 – 47 cm
Gewicht : 15 kg
Vacht : Haren van 7 cm of langer die dicht bij elkaar groeien uit de huid. Dunne haren die makkelijk klitten in het onderhaar, kuif, snor en baard
Kleur : Van grauwgrijs tot zwart
Gebruik : Herdershond, gezinshond
Gezondheid : Onderzocht op erfelijke oogafwijkingen
Aard : Schrander, temperamentvol, levendig, behoorlijk speels, vrolijk, leergierig, moedig, innig trouw, ontgaat hem niks, waaks bij onraad
Bijzonderheden : Regelmatig borstelen tegen klitten