FCI groep 10 : Windhonden
Sectie : 3
Herkomst : Komt uit Engeland
Voorkomen : Sterk, gespierd, droge hond met gewelfde lendenen en diepe borstkas, krachtig en fier
Schofthoogte : Reuen 71 – 76 cm, teven 68 – 71 cm
Gewicht : 27 – 32 kg
Vacht : Kort, zeer glad, dicht, goed aanliggend
Kleur : Wit, vaalrood, rood, reekleurig, blauw, zwart, gestroomd of al deze kleuren met wit
Gebruik : Zichtjager op groot en klein wild, gezelschap, renhond
Gezondheid : Kan vrij oud worden
Aard : Vriendelijk, evenwichtig, intelligent, gevoelig, blaft weinig, nauwelijks waaks, aanhankelijk, niet geschikt bij katten, minder moeilijk op te voeden dan andere windhonden, leert snel, gehoorzaam tot ze iets zien bewegen dan zijn ze selectief doof
Bijzonderheden : Regelmatig borstelen met zachte borstel